Weten Wat Waarom Hoe Hoeveel (WWWHH)

Auteur: Deel:
WWWHH

Weten Wat Waarom Hoe Hoeveel levothyroxine u slikt

Al jarenlang kom ik op fora en inmiddels ook op Facebook dezelfde vragen van schildklierpatiënten tegen. Bijvoorbeeld: Wanneer gaan de tabletten nu eindelijk eens werken? Waarom zijn de bloedwaarden inmiddels goed volgens mijn arts, maar voel ik dat niet? Wat zijn eigenlijk ‘goede bloedwaarden’?
En recentelijk: Mag je nu eigenlijk wel of niet van merk of fabrikant veranderen?
Ook misverstanden passeren regelmatig de revue. Zo denkt men bijvoorbeeld dat de tabletten de schildklier stimuleren en je zou ze zelfs met koffie mogen innemen.[pullquote]Levothyroxine = levothyroxinenatrium = Thyrax® = Euthyrox® = Eltroxin® = Tirosint® = schildklierhormoon = T4[/pullquote]

Meestal moet u als schildklierpatiënt uw hele leven levothyroxine blijven slikken. Weten wat, waarom, hoe en hoeveel u slikt, kan helpen bij het instellen op deze medicatie en goed ingesteld blijven. Deze kennis kan belangrijk zijn voor uw kwaliteit van leven.

Aan de hand van onderstaande vragen kunt u meer over levothyroxine te weten komen.
Deze vragen zijn een herziening van en aanvulling op de vragenlijst uit het artikel ‘Levothyroxine: wetenswaardigheden en misverstanden’ in Schildklier Magazine uit 2007.
De antwoorden op onderstaande vragen werden ter controle twee endocrinologen voorgelegd: de conceptversie aan een gerenommeerd endocrinoloog, de eindversie aan één van de MAR-artsen van SON.

Tekst: Saskia den Haan; bijgewerkt februari 2019

WWWHH

[su_accordion]
[su_spoiler open=”no” title=’Hoe werkt het medicijn levothyroxine precies?’]
Levothyroxine geneest of stimuleert de schildklier niet. Er bestaat geen medicijn dat de schildklier kan genezen. De arts schrijft levothyroxine voor als de schildklier onvoldoende of geen schildklierhormoon meer maakt. Levothyroxine in het tablet is precies hetzelfde hormoon dat de eigen schildklier maakt. Het schildklierhormoon uit het tablet heeft in cellen en weefsels dan ook dezelfde werking als het eigen schildklierhormoon. Werkt de schildklier nog gedeeltelijk dan vullen tabletten het tekort aan. Wanneer de schildklier niet meer werkt of is verwijderd vervangen tabletten de hele schildklier.[/su_spoiler]

[su_spoiler open=”no” title=’Waarom worden de TSH en FT4 bepaald?’]
De beoordeling van de functie van de schildklier of de dosering levothyroxine gebeurt door het meten van het schildklierhormoon T4 en het hypofysehormoon TSH.

T4-T3 feedback loop

De hypofyse is een kliertje onderaan de hersenen. Het regelt de schildklierwerking met TSH (= schildklier stimulerend hormoon). De hypofyse reageert op de hoeveelheid schildklierhormoon (=T4). Het maakt geen verschil of dit schildklierhormoon uit tabletten en/of de schildklier komt.
Is er te weinig schildklierhormoon in het bloed, maakt de hypofyse veel TSH. Is er te veel schildklierhormoon, dan maakt de hypofyse weinig of geen TSH.

De arts ziet daardoor aan de TSH-waarde of er te weinig, genoeg of teveel schildklierhormoon in uw lichaam is. Daarnaast laat de arts vaak de FT4 (= vrije schildklierhormoon in het bloed) bepalen. De hoogte van de FT4 geeft informatie over de hoeveelheid beschikbaar schildklierhormoon in uw lichaam.
Beide waarden samen geven (naast uw welbevinden) een indicatie of uw dosering levothyroxine voldoende is. Deze waarden worden ook bepaald bij het vermoeden of uitsluiten van een schildklier- of hypofyseprobleem (diagnose).

Als de hypofyse niet goed werkt, is alleen de FT4-waarde te gebruiken om een inschatting te maken van de functie van de schildklier of de dosering levothyroxine.[/su_spoiler]

[su_spoiler open=”no” title=’Wat is een goede TSH/FT4 als je levothyroxine slikt?’]
De arts verhoogt uw dosering levothyroxine tot de TSH- en de FT4-waarde zich weer in het normaalgebied (meestal 0.4 – 4.0 mU/l) van uw laboratorium bevinden.

De NHG standaard (de richtlijn voor huisartsen) noemt het volgende:

  • Het doel van de behandeling van hypothyreoïdie is dat de patiënt klachtenvrij is dan wel zich zo optimaal mogelijk voelt en dat het TSH en vrije T4 normaal zijn. Het TSH bevindt zich bij goed ingestelde patiënten veelal in het laag-normale gebied (het vrije T4 is dan meestal hoog-normaal);
  • Pas de dosering levothyroxine aan op geleide van de klachten van de patiënt en streef daarbij naar een normaal TSH en vrije T4, met in achtneming dat het TSH en vrije T4 sneller verbeteren dan de klachten;
  • Een kleine verhoging van de dosering met 12,5 microgram levothyroxine, ook al zijn TSH en vrije T4 al normaal, kan ervoor zorgen dat de patiënt zich beter voelt.

De meeste patiënten voelen zich goed bij een laagnormale TSH-waarde, rond de 1 mU/l. De FT4-waarde bevindt zich dan meestal in het bovenste gedeelte van het normaalgebied van uw laboratorium.

TSH normaalverdeling

Er zijn ook patiënten die zich beter voelen met een hogere of (veel) lagere TSH- of FT4-waarde. Door kleine aanpassingen in de dosering kunt u met uw arts zoeken naar het TSH- en FT4-waardegebied waarbij u zich het prettigst voelt.
Het opvragen en noteren van uw bloedwaarden kan daarbij helpen.

De TSH- en FT4-waarde kunnen – ook al slikt u dezelfde hoeveelheid levothyroxine – bij verschillende metingen een beetje schommelen. Dat is normaal en gebeurt trouwens ook bij mensen met een gezonde schildklier.
U kunt dit vergelijken met de thermostaat van de kachel. Deze staat ingesteld op 21 graden, maar in praktijk schommelt de waarde daar wisselend iets boven of onder. De ene keer meet u 21.4, de andere keer 20.6 graden. Vergelijkbaar kan dat ook met de TSH- en FT4-metingen het geval zijn.
De TSH-waarde is een betere en betrouwbaardere meting dan de FT4 die meer kan schommelen.

Bij schildklierkankerpatiënten wordt bij aanvang van de behandeling vaak gestreefd naar een zeer lage (onderdrukte) TSH-waarde onder de normaalwaarden grens van 0.4/0.3 mU/l van uw laboratorium. Uw arts bepaalt individueel en in het verloop van de behandeling hoe laag de TSH-waarde dient te blijven.

Meer, uitgebreidere informatie voor u of uw (huis)arts kunt u vinden in de huisartsenrichtlijn schildklieraandoeningen: paragraaf medicamenteuze behandeling en op Thuisarts.[/su_spoiler]

[su_spoiler open=”no” title=’Wanneer kan ik het beste bloed laten prikken?’]
Voor het vergelijken van uw bloedwaarden is het verstandig om steeds bij hetzelfde laboratorium te laten prikken. Dan wordt steeds dezelfde meetmethode gebruikt.
Probeer eveneens te laten prikken onder dezelfde omstandigheden. Bij voorkeur vroeg in de ochtend voordat u levothyroxine slikt. Uw TSH is dan namelijk het hoogst. Dat kan belangrijk zijn in het overleg met uw arts over een eventuele verhoging van de dosering wanneer u nog klachten hebt.
Mocht vroeg prikken niet mogelijk zijn, neem tenminste 4 uur tussen slikken en prikken. Na inname worden bloedwaarden namelijk beïnvloed door de tijdelijk grotere hoeveelheid schildklierhormoon in het bloed. Deze hoeveelheid moet als het ware even de tijd hebben om zich in het lichaam, buiten de bloedvaten, te verdelen.[/su_spoiler]

[su_spoiler open=”no” title=’Kan ik zo weinig mogelijk levothyroxine slikken?’]
Dat is niet verstandig. Het is juist belangrijk om voldoende levothyroxine te slikken. Er moet genoeg schildklierhormoon in het hele lichaam aanwezig zijn. Iedere cel in het lichaam heeft immers genoeg schildklierhormoon nodig om goed te kunnen werken.[/su_spoiler]

[su_spoiler open=”no” title=’Kan ik minder gaan slikken als ik me beter voel?’]
Wanneer u zich beter voelt en uw bloedwaarden zijn goed, dan slikt u de voor u goede dosering. Er is dan voldoende schildklierhormoon in uw lichaam. Verminderen betekent dat er weer een tekort aan schildklierhormoon ontstaat en uw klachten terugkomen.[/su_spoiler]

[su_spoiler open=”no” title=’Mijn dosering wordt altijd met hele tabletten verhoogd. Sommige patiënten slikken naast hele ook halve of zelfs kwart tabletjes. Hoe komt dat?’]
Net na de diagnose verhoogt de arts levothyroxine meestal in stappen van 25 microgram. Bij patiënten jonger dan 60 jaar zonder hartproblemen kan, bij afwijkende TSH- en FT4-waarde, de arts ook de behandeling starten met een hogere dosering. Tenzij er sprake is van een zeer lage FT4, dan verhoogt de arts meestal in kleinere stappen.
Als de schildklier operatief is verwijderd start de arts vaak met een hogere dosering.

Thyrax tabletten

Wanneer bloedwaarden zich weer in het normaalgebied bevinden, kan een optimale instelling meestal bereikt worden met een klein beetje meer of minder levothyroxine: 12,5 of 6,25 microgram. Dit noem je fijn instellen (‘finetunen’). Belangrijk is om hierbij voldoende tijd te nemen tussen iets meer of minder slikken.
De meeste patiënten voelen zich goed bij een laagnormale TSH-waarde, rond 1mU/l. De FT4-waarde is dan meestal hoog in het normaalgebied van uw laboratorium. Er zijn ook patiënten die zich prettiger voelen met een hogere of lagere TSH.
Lees ook de vraag: Wat is een goede TSH/FT4 als je levothyroxine slikt?

Tabletten hebben breuklijnen waardoor u deze kunt halveren. Voor het verhogen met 12,5 microgram slikt u een half tablet van 25 microgram. Voor een verhoging van 6,25 microgram slikt u om de dag een half tablet van 25 microgram. Sommige levothyroxine merken hebben tussendoseringen zoals 88, 112 en 137 microgram.[/su_spoiler]

[su_spoiler open=”no” title=’Kan ik na het starten met levothyroxine na een week of twee verbetering verwachten?’]
Sommige patiënten voelen zich snel weer beter. Helaas geldt dat lang niet voor alle patiënten. Het kan vele maanden duren voordat klachten verminderen.
Het herstel kan zelfs wel tot twee jaar na het starten met levothyroxine doorgaan.[/su_spoiler]

[su_spoiler open=”no” title=’Na het starten met levothyroxine zijn mijn klachten verergerd en heb ik last van bijwerkingen. Kan dat?’]
De bijsluiters vermelden bijwerkingen die optreden bij overdosering. Bij overdosering wordt te veel levothyroxine geslikt.
Deze klachten kunnen echter ook optreden als u begint met levothyroxine of bij ophoging van de dosering. Het lichaam moet dan wennen aan een nieuwe hoeveelheid schildklierhormoon. Soms is de startdosering te hoog. Dit verschilt van persoon tot persoon. Met de arts kunt u overleggen of een rustiger opbouw wenselijk is.
De klachten hebben niets met levothyroxine zelf te maken. Meestal zijn deze ‘bijwerkingen’ dan ook tijdelijk.

Een enkele keer kunnen na het starten met levothyroxine klachten sterk verergeren wanneer er tevens sprake is van een verminderde functie van de bijnier (ziekte van Addison). Raadpleeg bij ernstige klachtentoename uw arts.

Er is sprake van een echte bijwerking als u niet goed reageert op een hulpstof (vulmiddel of kleurstof). Het kan bijvoorbeeld gaan om een (zeldzame) allergische reactie. Een ander merk levothyroxine is dan wellicht beter voor u. [/su_spoiler]

[su_spoiler open=”no” title=’Wanneer wordt de dosering van levothyroxine verlaagd?’]
De dosering levothyroxine wordt meestal verlaagd als de TSH- en FT4-waarde en/of de klachten wijzen op te veel schildklierhormoon. Meestal is bij licht afwijkende waarden of klachten die passen bij teveel schildklierhormoon, een vermindering van de dosering met 6,25 of 12,5 microgram voldoende. Slikt u een hogere dosering dan gemiddeld dan kan een grotere vermindering nodig zijn.[/su_spoiler]

[su_spoiler open=”no” title=’Mag ik met levothyroxine stoppen?’]
Stop nooit met levothyroxine zonder overleg met een arts.
Als de schildklier geen of weinig hormoon maakt, heeft het lichaam snel een tekort. Dat is schadelijk voor de gezondheid. U kunt er erg ziek van worden. Een ernstig tekort kan zelfs gevaarlijk zijn.

Alleen bij bepaalde, tijdelijke schildklieraandoeningen (virusinfectie, ontsteking na de zwangerschap, e.a.) wordt soms de behandeling met levothyroxine gestopt. Dat gebeurt altijd in overleg met de arts. Hij controleert of de schildklier zich weer herstelt.
De meeste schildklieraandoeningen zijn echter blijvend. Levothyroxine zal dan levenslang moeten worden geslikt.[/su_spoiler]

[su_spoiler open=”no” title=’Kan ik klachten houden als ik levothyroxine slik?’]
Soms duurt het lang na het starten met levothyroxine voordat klachten verminderen en vooruitgang wordt gevoeld. Het beter gaan voelen gaat vaak langzamer dan het bereiken van normale bloedwaarden. Ook het zoeken naar een persoonlijk optimale dosering kan veel tijd vergen.

Blijvende klachten kunnen ook te maken hebben met andere ziekten of auto-immuunziekten. De meeste schildklieraandoeningen zijn auto-immuunziekten. Normaal maakt het lichaam alleen antistoffen tegen indringers als bacteriën en virussen. Door een foutje in het afweersysteem worden bij auto-immuunziekten antistoffen tegen eigen cellen gemaakt. Als iemand één auto- immuunziekte heeft is de kans groter om nog een auto-immuunziekte te krijgen. Aan auto-immuun schildklierziekten verwante ziekten zijn onder andere diabetes, pernicieuze anemie (vitB12 tekort), coeliakie (glutenintolerantie) en de ziekte van Addison (ziekte van de bijnier).
Spreek bij blijvende klachten met uw arts over mogelijk aanvullend onderzoek.

Het blijkt dat een kleine groep patiënten restklachten houdt. Ook wanneer zij optimaal en persoonlijk zijn ingesteld. Een verklaring is dat een dagelijkse dosering levothyroxine een gezonde schildklier niet 100% kan nabootsen. Een gezonde schildklier zorgt immers constant voor de juiste hoeveelheid schildklierhormonen in het lichaam.
Mogelijk spelen ook persoonlijke, genetische verschillen in het verwerken van schildklierhormonen een rol. Zoals verschillen in enzymen die betrokken zijn bij de omzetting van levothyroxine naar actief of inactief schildklierhormoon (T3 en rT3). Ook de schildklier auto-immuunziekte zelf zou een oorzaak kunnen zijn.
Meer wetenschappelijk onderzoek is nodig om te begrijpen waarom sommige patiënten restklachten houden.

Als restklachten na langere tijd blijven bestaan, kan een combinatiebehandeling van levothyroxine met een kleine dosering liothyronine (T3, Cytomel®) worden overwogen. In uw lichaam wordt overal uit het prohormoon levothyroxine (T4) dat u slikt het actieve hormoon liothyronine (T3) gemaakt. Sommige patiënten voelen zich beter met een heel klein beetje extra T3. Anderen ervaren extra klachten als hartkloppingen en onrust.
T3 (Cytomel®) is overigens niet geschikt bij zwangerschapswens, in de zwangerschap en voor hartpatiënten.

Het is wenselijk om voor het starten met een combinatiebehandeling eerst andere oorzaken en aanverwante auto-immuunziekten uit te sluiten.

Levothyroxine (T4) in combinatie met een kleine dosering liothyronine (T3, Cytomel®) is een experimentele behandeling. Het advies is daarom om deze behandeling over te laten aan een internist (endocrinoloog). De ETA-richtlijn 1 geschreven door Europese schildklierspecialisten is voor deze combinatiebehandeling de leidraad. [/su_spoiler]

[su_spoiler open=”no” title=’Hoe komt het dat schildklierpatiënten vaak een verschillende dosering levothyroxine slikken?’]
Er is geen vaste dosering levothyroxine voor schildklierpatiënten. De dosering wordt onder andere bepaald door de hoeveelheid hormoon die de schildklier nog zelf maakt. Daarnaast speelt het gewicht een rol. Hoe hoger het gewicht hoe hoger vaak de dagelijkse dosering. Ook verschilt de opname van levothyroxine in de darm per persoon. De ene patiënt neemt meer op uit een tablet dan de andere.
De dosering levothyroxine die de hele schildklier vervangt, ligt voor vrouwen tussen 100 en 150 en voor mannen tussen 125 en 200 microgram per dag. Er zijn patiënten die meer slikken, maar ook die minder slikken. De verschillen per persoon kunnen erg groot zijn. De bloedwaarden EN het welbevinden bepalen uiteindelijk de dagelijkse dosering.

Na schildklierkanker moet de patiënt vaak een iets hogere dosering slikken om een gewenste lagere of onderdrukte TSH-waarde te bereiken. De arts bepaalt individueel hoe laag de TSH moet blijven.

Slikt u een zeer hoge dosering of wisselen uw bloedwaarden sterk dan is het zinvol om te kijken of u levothyroxine dagelijks op de juiste wijze inneemt. Het kan ook zijn dat de opname door andere medicijnen of supplementen wordt gehinderd (Lees ook de vraag ‘Zijn er wisselwerkingen?’). Of er kan sprake zijn van een opnameprobleem. Meestal komt dit door een maag-darm ziekte zoals bijvoorbeeld coeliakie, een maagontsteking of maagoperatie, of een verminderde productie van maagzuur. Aanvullend onderzoek kan nodig zijn, bespreek dit met een arts.

Bij sommige opnameproblemen kan overwogen worden om over te stappen op vloeibaar levothyroxine in zachte capsules (Tirosint®). Opname van vloeibaar levothyroxine, zo blijkt uit onderzoek, lijkt minder beïnvloed te worden door voedsel en de zuurgraad van de maag. Helaas wordt Tirosint® niet volledig door zorgverzekeraars vergoed. [/su_spoiler]

[su_spoiler open=”no” title=’De apotheek heeft mij een ander merk levothyroxine meegegeven. Is dat een probleem?’]
Het werkzame bestanddeel (levothyroxine) is bij alle merken hetzelfde. Toch zijn de verschillende merken niet zomaar uitwisselbaar.

De hoeveelheid levothyroxine die uit een tablet in het lichaam wordt opgenomen, kan per merk of fabrikant verschillen. Dat komt doordat ze verschillende hulpstoffen bevatten die van invloed kunnen zijn op de oplosbaarheid van de tabletten in de maag/darm.
Daarnaast kan dezelfde dosering van een ander merk een iets andere hoeveelheid levothyroxine bevatten.

Door verandering van merk of fabrikant kan een schildklierpatiënt ontregeld raken. Met klachten van onder- of overdosering. Voor alle patiënten is goed ingesteld blijven heel belangrijk. Sommige patiënten: kinderen, zwangeren, hart-, osteoporose- en schildklierkankerpatiënten zijn extra kwetsbaar.

De NHG standaard schildklieraandoeningen, de KNMP handleiding geneesmiddelsubstitutie [pdf] en Thuisarts ontraden merk- of fabrikantwisselingen. Vraag uw arts en/of apotheker steeds hetzelfde merk voor te schrijven en te verstrekken. Het kan nodig zijn dat uw arts MN (medische noodzaak) op het recept schrijft.

Overgevoeligheid voor een vulstof kan een reden zijn om van merk te wisselen. Bespreek dit met een arts. Per merk verschilt de verkrijgbaarheid van tabletten in een bepaalde dosering. Dit kan ook een reden zijn om van merk te veranderen.

Als u een ander merk gaat slikken, is het aan te raden na ongeveer 6 weken de bloedwaarden te controleren. Zo nodig kan de dosering worden aangepast.

Lees meer over recent (2017) onderzoek van Nivel en Pharmo over de effecten van het overstappen.

[/su_spoiler]

[su_spoiler open=”no” title=’Hoe moet ik de levothyroxine tabletten bewaren?’]
Bewaar de tabletten in de originele verpakking op een donkere, droge, koele plaats, buiten bereik van kinderen en huisdieren. Bewaar levothyroxine tabletten niet in de badkamer of koelkast. Let altijd op de uiterste houdbaarheidsdatum van de medicijnen.

Cytomel, het T3 hormoon liothyronine, moet overigens wel in de koelkast worden bewaard. Cytomel tabletten voor een korte periode buiten de de koelkast bewaren, bijvoorbeeld uitzetten in een weekdoos, is geen probleem. [/su_spoiler]

[su_spoiler open=”no” title=’Wat is de halfwaardetijd van een medicijn en wat betekent dit voor levothyroxine?’]
Alle medicijnen kennen een halfwaardetijd. Dat is de tijd vanaf het moment van slikken tot de helft van het tablet uit uw lichaam is verdwenen. Die helft is dan verbruikt en uitgescheiden via urine en/of darmen. De halfwaardetijd van medicijnen kan kort zijn – enkele uren – zoals bijvoorbeeld bij paracetamol. Hij kan ook lang zijn, zoals bij levothyroxine.

T4 heeft in het lichaam een halfwaardetijd van 7 dagen; dat betekent dat na stoppen van de medicatie of na operatief verwijderen van de schildklier na 7 dagen de helft nog in uw lichaam is. Na 14 dagen is dat nog een kwart. Deze lange halfwaardetijd bepaalt dat bij slikken van levothyroxine alle ‘resten’ van de afgelopen 6 weken een stabiele hoeveelheid levothyroxine vormen. Bent u inmiddels goed ingesteld op een vaste dosering, dan is deze totale hoeveelheid levothyroxine nodig om uw lichaam zo goed mogelijk te laten werken.

De lange halfwaardetijd betekent dat 6 weken na starten van de behandeling of bij wijziging van de dosering de TSH- en FT4-waarde betrouwbaar kunnen worden bepaald. Het betekent daarnaast dat elke dag slikken belangrijk is om goed ingesteld te blijven.

Een andere manier om de halfwaardetijd van 7 dagen te verduidelijken (water=levothyroxine in pil): Stel u een badkuip voor zonder stop, met een smalle afvoer. U zet de kraan open en de badkuip vult zich met water. Totdat na 6 weken net zoveel water uit de kraan in de badkuip stroomt als er via de afvoer verdwijnt. Het waterniveau blijft op dat moment onveranderd. Wanneer u de kraan verder open zet zal het waterniveau in 6 weken stijgen totdat er een nieuw, hoger waterniveau is bereikt. Omgekeerd zal bij het dichter draaien van de kraan het niveau in 6 weken zakken tot een nieuw, lager waterniveau.
Het heeft pas zin de hoogte van het waterniveau te meten zo’n 6 weken nadat u aan de kraan hebt gedraaid.

Het is wenselijk het waterniveau op de voor u goede hoogte te houden. Een te laag of te hoog waterniveau kan voor problemen (problemen=klachten) zorgen. Om het waterniveau op peil te houden en schommelingen te voorkomen is dagelijkse toestroom uit de kraan nodig.[/su_spoiler]

[su_spoiler open=”no” title=’Ik ben vergeten een tablet levothyroxine in te nemen. Is dat erg?’]
Gelukkig is er een voorraad levothyroxine in het lichaam aanwezig. Dat komt door de lange halfwaardetijd (zie vraag: Wat is de halfwaardetijd van een medicijn en wat betekent dit voor levothyroxine?). Alle resten van de afgelopen 6 weken vormen bij dagelijks slikken een stabiele hoeveelheid levothyroxine. Het vergeten tablet is wel een behoorlijke hap uit die hoeveelheid. Sommige patiënten voelen zich door de gemiste dosering minder goed. Ondanks dat er nog ruim voldoende schildklierhormoon aanwezig is.

Als u een tablet vergeet: slik bij voorkeur dezelfde dag op een lege maag en minstens een half uur voor de volgende maaltijd de vergeten dosering. Een lege maag betekent minstens 2 uur nadat u hebt gegeten en gedronken (water mag wel). Of neem de volgende dag een dubbele dosering. U kunt dit eventueel verdelen over de dag: ’s morgens een hele dosering en ’s avonds een hele dosering. Wanneer u twijfelt of u een tablet hebt geslikt, neem dan de volgende dag de normale dosering.

Vaker een tablet vergeten kan ervoor zorgen dat u niet goed blijft ingesteld. Ook bloedwaarden worden daardoor minder betrouwbaar. Bij de apotheek zijn medicatiedoosjes te koop waarin u voor de dagen van de week de medicijnen kunt uitzetten. Ook een app zoals MedApp (Android of iTunes), kan behulpzaam zijn bij het dagelijks slikken. [/su_spoiler]

[su_spoiler open=”no” title=’Hoe en wanneer kan ik levothyroxine het beste slikken?’]

Voor een goede instelling dient de hoeveelheid levothyroxine in uw lichaam zo stabiel mogelijk te zijn. Slik daarom elke dag op dezelfde wijze dezelfde dosering levothyroxine.

Levothyroxine wordt slecht uit tabletten opgenomen wanneer er voedsel in de maag zit. Meestal wordt daarom geadviseerd: innemen ’s morgens, nuchter, met water, minstens een half uur voor het ontbijt. Probeer dezelfde tijd tussen slikken en eten aan te houden. Dit geeft namelijk de meest constante opname. In het weekend wat later opstaan is geen probleem. Dezelfde tijd nuchter tussen slikken en eten aanhouden is belangrijker.

Ook het slikken voor het slapengaan behoort tot de mogelijkheden. Dat kan persoonlijk beter in een dagritme passen. Bij het avondslikken dient u eveneens rekening te houden met inname op een lege maag. Meestal wordt hiervoor zo’n 2-4 uur na eten/drinken aangehouden.

Door verandering van tijdstip van inname – van ochtend naar avond of andersom – kan het zijn dat u een andere dosering nodig hebt. Bespreek zo’n verandering altijd met uw arts. Laat ongeveer 6 weken na een verandering de bloedwaarden opnieuw bepalen.

Bij onregelmatige diensten, bijvoorbeeld nachtdiensten, is het aan te bevelen de routine zoveel mogelijk te handhaven. Dat kan bijvoorbeeld door vanaf 04.00 uur niet meer te eten/drinken (behalve water). U blijft dan op de normale tijd ’s morgens de levothyroxine slikken.

Heeft u moeite met het doorslikken van tabletten, bekijk het instructiefilmpje van de KNMP.[/su_spoiler]

[su_spoiler open=”no” title=’Kunnen voedingsmiddelen of dranken voor een verminderde opname van levothyroxine zorgen?’]
De opname van levothyroxine vermindert door voedsel in de maag. Daarom is het advies levothyroxine minstens een half uur voor het ontbijt met water te slikken. Of bij slikken voor het slapengaan zo’n 2-4 uur na eten/drinken aan te houden.

Er is onderzoek gedaan naar een aantal voedingsmiddelen die tegelijkertijd met levothyroxine werden genuttigd. Enige voedingsmiddelen en dranken waarvan men inmiddels weet dat ze de opname verminderen zijn: koffie, sojaproducten, veel voedingsvezels (volkorenbrood, muesli, etc.), grapefruitsap.
Melkproducten (enkele meldingen bij Lareb het bijwerkingenmeldpunt, mondeling medegedeeld), kruidenpreparaten of –theeën en mogelijk ook andere vruchtensappen kunnen misschien de opname verminderen.

Gezien het bovenstaande lijkt het daarom verstandig voldoende en zoveel mogelijk dezelfde tijd tussen slikken en eten/drinken aan te houden.

Hebt u klachten en onverklaarbare schommelingen in bloedwaarden, dan kan het zinvol zijn om eens stil te staan bij de tijd tussen slikken en eten of uw (veranderde) eetgewoonten. Misschien helpt bijvoorbeeld meer tijd nemen tussen slikken en ontbijten. Of uw koffie later drinken, minstens een uur na het slikken van levothyroxine. Ook kan een verandering in het slikken – van ochtend naar avond of andersom – meer stabiliteit geven.
Bespreek een verandering altijd met uw arts en laat na 6 weken bloedprikken. [/su_spoiler]

[su_spoiler open=”no” title=’Ik heb een zwangerschapswens/ben zwanger en slik levothyroxine. Wat moet ik doen?’]
In de zwangerschap is zowel voor moeder als kind van groot belang dat er genoeg schildklierhormoon (levothyroxine) in het bloed aanwezig is. Al in het prille begin van de zwangerschap is meer schildklierhormoon nodig. Een gezonde schildklier maakt daarvoor extra schildklierhormoon. Vooral noodzakelijk voor de ontwikkeling van het kind en het goede verloop van de zwangerschap.

Belangrijk is dat een moeder die levothyroxine slikt, weet dat de dosering heel vroeg in de zwangerschap moet worden verhoogd. Zo gauw de zwangerschap bekend is, dient de moeder de dosering te verhogen. Bespreek dit tevoren met uw arts, en bespreek ook met hoeveel u de dosering verhoogt.

Elke 4-6 weken worden de bloedwaarden (TSH, FT4) gecontroleerd. Aan de hand daarvan kan de arts de dosering levothyroxine steeds aanpassen. In de zwangerschap wordt gestreefd naar een lage TSH-waarde. De NHG standaard noemt: tussen de 1 tot 2 mU/l. Uitgangspunt is de instelling van de zwangere te handhaven rond haar persoonlijk goede TSH-waarde.
Meestal zal na de 20e zwangerschapsweek geen verhoging van de dosering meer nodig zijn.

Bij een zwangerschapswens is een goede instelling van belang. De TSH-waarde is dan meestal laagnormaal, rond de 1mU/l.

Maak bij een zwangerschapswens goede afspraken met uw huisarts of endocrinoloog over het instellen, bloedprikken en de verhoging van de dosering bij zwangerschap. Neem bij een positieve zwangerschapstest meteen contact op met uw arts indien u onverwacht zwanger bent en u geen afspraken maakte. Maakte u wel duidelijke afspraken, vervroeg dan uw controle afspraak.

Meer informatie over instellen/controles kunt u ook lezen in de paragraaf zwangerschap en post-partumperiode uit de NHG Standaard schildklieraandoeningen, de NIV_richtlijn_2012_Schildklierfunctiestoornissen en op Thuisarts. [/su_spoiler]

[su_spoiler open=”no” title=’Ik ben inmiddels goed ingesteld op levothyroxine. Moet ik levenslang dezelfde dosering levothyroxine slikken?’]
De behoefte aan levothyroxine en daardoor de dagelijkse dosering kan, maar hoeft niet, door verschillende invloeden veranderen. Enige voorbeelden zijn: stoppen of beginnen met de anticonceptiepil of oestrogeentherapie in de overgang, grote veranderingen in lichamelijke inspanningen (topsport), zwangerschap, flink aankomen of afvallen in gewicht, menopauze en ouderdom.

Ook kan een nog gedeeltelijk werkende schildklier achteruitgaan waardoor een hogere dosering levothyroxine nodig is.

Bij chronisch gebruik van levothyroxine blijft jaarlijkse controle van bloedwaarden en controle bij het optreden van klachten noodzakelijk. [/su_spoiler]

[su_spoiler open=”no” title=’Sinds kort slik ik een ander medicijn/supplement naast levothyroxine. Zijn er wisselwerkingen?’]
Het gaan slikken of stoppen van sommige medicijnen, ook al slikt u deze op een ander tijdstip, kan een aanpassing van de dosering levothyroxine nodig maken. Oestrogenen (anticonceptiepil of voorgeschreven in de overgang) en bepaalde maagzuurremmers (Proton Pomp Inhibitors zoals Omeprazol), zijn bekende voorbeelden.

Supplementen kunnen de opname van levothyroxine verminderen. Enkele voorbeelden hiervan zijn vitaminetabletten, ijzer-, magnesium- en calciumsupplementen. Tussen inname van deze supplementen en levothyroxine wordt minstens 4 uur aanbevolen. Kruiden (ook –theeën, -oliën) zouden eveneens van invloed kunnen zijn.

Cholesterolverlagers, maagzuurremmers (o.a. met aluminium), medicijnen bij een maagzweer, het antibioticum ciprofloxacine en galzuurremmers kunnen ook de opname van levothyroxine verminderen. Vraag uw arts of apotheek wanneer u deze het beste in combinatie met levothyroxine kunt slikken.

Supplementen waarin kelp, zeewier of extra jodium worden voor patiënten met een te snelle schildklier ontraden. Teveel jodium kan voor ontregeling zorgen. Er zijn onvoldoende gegevens over effecten van extra jodium bij een te trage schildklier. Jodium in gejodeerd keukenzout en gejodeerd broodzout is geen probleem. Als zeker is dat de schildklier niet meer werkt of deze is verwijderd, heeft het slikken van extra jodium geen enkele invloed meer.

Meer informatie over levothyroxine en andere medicijnen/supplementen kunt u of uw arts/apotheker vinden op:

[/su_spoiler]
[/su_accordion]


Referenties:

  1. ETA Guidelines 2012: The use of L-T4 + L-T3 in the treatment of hypothyroidism[]

Lees ook eens...

1 reactie

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.