Zolang gaat ook mijn kaasschaaf eigenlijk al mee. Schaaft nog perfect, maar begint wat metaalmoeheid te vertonen bij de bevestiging van de schaaf aan het handvat. Nog lang heb ik geprobeerd deze met extra zorg te gebruiken, te repareren zelfs. Ik heb hem voor mijn huisgenoten verstopt omdat die veel te hardhandig met mijn kaasschaaf om gingen.
Maar op een gegeven moment moet je eraan toegeven…. Je hebt een nieuwe kaasschaaf nodig. Ik had een poos geleden al eens een nieuwe gekocht. Als reserve uiteraard, want ik was trouw aan mijn eigen kaasschaaf. Die heeft dus vooral in de keukenla gelegen. Want ik vond hem niet prettig in het gebruik. De nieuwe kaasschaaf produceerde veel te dikke plakken; wel 2 a 3 keer dikker dan mijn eigen kaasschaaf! Veel te dikke plakken.
Met het oog op het naderende afscheid van mijn kaasschaaf, ben ik langs de winkels getogen om een goede vervanger te vinden. Ondertussen heb ik een la vol met kaasschaven. En al die schaven geven plakken kaas bijna dikker dan de boterham. Is dat dan zo’n vooruitgangsdingetje? We kunnen en dus moeten dikkere plakken kazen schaven van het blok? Was de oude schaaf te calvinistisch? Of heeft de nieuwe generatie kaasschaven zich aangepast aan de consumptiemaatschappij? In de gezondheidszorg schaven ze ook steeds dikkere plakken van de zorg…
Ik geef het niet zo maar op en blijf kaasschaven shoppen.