Regelmatig uiten burgers via de media hun verontwaardiging over effecten van de ‘vrije markt’. Bijvoorbeeld de voorgenomen salarisverhoging van een bankdirecteur((ING trekt salarisverhoging topman in. NRC, 13 maart 2018.)). Banken worden gezien als ‘ultieme marktwerkingsgraaiers’ en het land is te klein als een bankdirecteur zijn salaris verhoogt met miljoenen. Burgers en politiek lijken verbaasd te zijn dat de bank dat durft…
Ik ben vooral verbaasd dat mensen naar de banken wijzen als ‘schuldigen’. Terwijl de bank niet meer doet dan de (internationale commerciële/vrije) markt volgen. De banken ‘staan’ op de vrije markt en volgen de marktwerking. Maar er wordt verwacht dat ze zich gedragen als een nutsbedrijf, zonder dat de overheid – als vertegenwoordiger van alle burgers – daarvoor de verantwoordelijkheid wil dragen. De overheid die door de burgers democratisch is gekozen.
Hoewel niet zo luid, is er regelmatig eenzelfde verontwaardiging te horen over de marktwerking in de zorg en de gevolgen daarvan voor met name de (kwetsbare individuele) burger. Deze verontwaardiging zou tot het nemen van verantwoordelijkheid en actie moeten leiden.
Marktwerking in de zorg
Aan het einde van de vorige eeuw werden de nadelige gevolgen van de verzorgingsstaat pijnlijk duidelijk: toenemende kosten en lange wachtlijsten. Het antwoord was het invoeren van marktwerking in de zorg. Terwijl dat er eigenlijk al was: de markt bood veel zorg en de consument wilde wel consumeren. Die marktwerking moest vooral worden veranderd. En dat werd gedaan door een overheid die zich terugtrok uit het domein en de markt overliet aan de markt zelf. In de verwachting dat de zorgconsument dan minder zou gaan consumeren.
De omslag in de zorg was een ‘gereguleerde markt’. In feite een contradictio in terminis. De overheid gaf bij de invoering al aan dat marktwerking niet ideaal is en toch ook weer gereguleerd moet worden. De lange wachtlijsten waren het maatschappelijke probleem dat moest worden aangepakt, maar de nieuwe marktwerking benadeelt ook weer de maatschappij. De huidige personeelstekorten in de zorg is maar een voorbeeld van de gevolgen van de marktwerking.((Tekort verpleegkundigen loopt hard op. Nursing, 28 november 2017.))
Personeelstekort
Ten faveure van (de salarissen van steeds meer) managers((VVD en PvdA: zorgbestuurders zouden zelf salaris moeten verlagen. Volkskrant, 26 juli 2016.)) in de zorg moest de bezuiniging komen uit de grootste zorgkostenpost: personeel. Dat dit personeel ook het kapitaal is dat voor het inkomen zorgt én de zorg verleent, daaraan gaat men blijkbaar voor het gemak voorbij.
Tienduizenden zorgwerkers werden een aantal jaren geleden wegbezuinigd – ontslagen of kregen onzekere arbeidscontracten – en op het moment dat het het inkomen van de organisatie gaat raken komen ze er opeens achter dat er veel te weinig personeel is. Want door de bezuinigingen op personeelstekorten kunnen er minder behandelingen worden uitgevoerd.
Volgens de werking van de markt van schaarste zou je verwachten dat de ‘waarde’ van de zorgprofessional flink zou toenemen: er is een ernstig tekort aan zorgpersoneel dat door de minister als speerpunt wordt genoemd. Ik verwachte dat het de arbeidsvoorwaarden van de zorgprofessional sterk zou verbeteren, maar niets blijkt minder waar…
Verantwoordelijkheidstekort
In de zorgethiek is ‘zorgverantwoordelijkheid’ een belangrijk thema. De hierboven geschetste gevolgen van de vrije-marktwerking hebben steeds meer geleid tot ‘privileged irresponsibility’. Een fenomeen dat de meest fortuinlijke in een maatschappij in staat stelt benodigde zorgdiensten te kunnen kopen, hun zorgtaken te delegeren of af te kopen en algemene verantwoordelijkheid – solidariteit – te vermijden.((Joan Tronto: ‘privileged irresponsibility’. Care Ethics, Internet Encyclopedia of Philosophy.))
Het ‘moreel goede’ in deze situatie heeft Tronto ook beschreven in de eerste zorgfase: ‘caring about’. Deze eerste fase van ‘aandachtigheid’ is erop gericht dat mensen de (zorg)behoeften van anderen (h)erkennen en hierop volgt de ‘responsibility’ om daarop actie te ondernemen (tweede fase: caring for). (Tronto, 1993; 2013)((Tronto, Joan C. (1993). Moral boundaries: a political argument for an ethic of care. New York: Routledge. ISBN 9780415906425.))((Tronto, Joan C. (2013). Caring democracy: markets, equality, and justice. New York: New York University Press. ISBN 9780814770344.))
Burgerlijke verantwoordelijkheid
De politiek, de burger, instituties en instellingen lijken het met elkaar eens: de marktwerking in de zorg heeft veel nadelen die vooral de toch al kwetsbare burgers raken((Margo Trappenburg: Verzorgingsstaat.)). Ik zou dan verwachten dat mensen zich gaan bedenken hoe dat zo heeft kunnen gebeuren; wie is daar verantwoordelijk voor. De verwijtende vingers wijzen naar ‘de markt’. Die markt toont zich weinig sociaal en maatschappelijk verantwoordelijk en lijkt te gaan voor de winst. Wat volgens mij ook de ‘bedoeling’ is van marktwerking.
Wanneer komt het inzicht dat de nadelen van de (zorg)marktwerking een gedeelde democratische politieke verantwoordelijkheid is van alle burgers. En dat je juist als burger er ook zelf wat aan kan doen, door gebruik te maken van je democratisch stemrecht. We hebben met zijn allen voor de marktwerking en we kunnen er ook voor kiezen die weer/meer voor de solidariteit te gaan.
Dus als door personeelstekort je operatie (weer) is uitgesteld, je oude moeder thuis geen professionele hulp krijgt, je niet terecht kunt bij de spoedeisende hulp of je kunt niet thuis bevallen, laat bij een volgende verkiezing je verontwaardiging en ongenoegen met deze situatie eens horen met je stem.
Bron: Eerder gepubliceerd op Zorgethiek.nu
[widget id=”footnotes_widget-3″]