Onderzoek naar gevolgen van medicijnwissel zonder medische reden toont (weer) aan dat het voor schildklierpatiënten bijzonder nadelig is te moeten wisselen van medicijn. In een gezamenlijke actie onderzochten 14 patiëntenorganisaties onder patiënten de gevolgen van het wisselen van merk medicatie. Op het onderzoek gebaseerde aanbevelingen zijn vervolgens aan de minister en kamerleden aangeboden.
Preferentiebeleid
Aan de basis van de medicijnwissel ligt voor de meeste medicijnen het gehanteerde preferentiebeleid van de zorgverzekeraars. Voor de schildkliermedicatie levothyroxine geldt echter geen preferentiebeleid.((Schippers, 2014. Beantwoording kamervragen over bericht dat patiënten met schildklierproblemen van geneesmiddel moeten wisselen door het preferentiebeleid.)) En toch worden ook schildklierpatiënten regelmatig geconfronteerd met het wisselen van hun merk medicatie, zonder een medische reden of zelfs leveringsproblemen. Voor levothyroxine hebben schildklierpatiënten hiermee te maken door het inkoopbeleid van de apotheek en de zorgverzekeraar.
Uit eerdere artikelen((BHR Wolffenbuttel, 2013. 43 cent, GMED.))((S. den Haan, 2015. Bezuinigingsfilie en Oost-Indische blindheid.)) bleek al dat de ‘besparingen’ bij levothyroxine een centenkwestie is, terwijl het de schildklierpatiënt (en dus de maatschappij) wel hogere kosten oplevert voor bloedcontroles, artsbezoek tot zelfs ziekteverzuim. De gederfde kwaliteit van leven is niet in euro’s uit te drukken.
Medicijnwissel volgens preferentiebeleid gaat ervan uit dat de preferente – meestal generieke – geneesmiddelen net zo goed werken (bio-equivalent) als de spécialités((Oorspronkelijke geneesmiddel met patent waarop generieke geneesmiddelen worden gebaseerd na het verlopen van het patent.)) waarop ze zijn gebaseerd. Dat blijkt in de praktijk, zeker voor individuele patiënten vaak niet op te gaan.
Voor levothyroxine is het algemeen bekend en geaccepteerd dat de levothyroxine merken onderling niet kunnen worden uitgewisseld door hun ‘smalle therapeutische breedte’. Het onderzoek naar het Thyrax tekort van 2017 toonde de grote gevolgen al onomstoten aan.
Resultaten
Ruim 2000 personen hebben begin 2018 de vragenlijst over medicijnwissel ingevuld. 80 % daarvan wordt minstens een keer per jaar geconfronteerd met een ander merk van hun medicatie. De meesten zijn verzekerd bij Zilveren Kruis, CZ en VGZ. De belangrijkste opgegeven redenen voor het wisselen van medicijn waren beschikbaarheid en leverbaarheid en het goedkoper zijn van een ander merk. 27% kreeg geen reden opgegeven, waaronder veel schildklierpatiënten. In patiëntenfora komt nogal eens naar voren dat patiënten bij de apotheek te horen krijgen dat ze moeten wisselen door leveringsproblemen, die vervolgens nergens zijn terug te vinden.
In de media werd verontwaardigd gemeld dat maar liefst ‘ruim een derde’ van de patiënten zich zieker of ongezonder hadden gevoeld na de medicijnwissel. Maar deze resultaten kunnen sterk wisselen per medicijn. Schildklierpatiënten geven het vaakste aan klachten te ervaren (80%), extra onderzoeken nodig te hebben gehad (72%), de controle over hun ziekte te verliezen (67%), zich zieker te voelen (65%) en in de war te raken van een nieuw geneesmiddel (40%). Deze cijfers komen overeen met de resultaten van het eerdere Thyrax-onderzoek.
Standpunten
De onderzoekers hebben naast de mening van patiënten en patiëntenorganisaties ook de mening gevraagd van experts. Hun algemene boodschap is dat generieke middelen net zo goed zijn als hun spécialités. Maar het is waarschijnlijk om allerlei redenen -zoals therapietrouw – niet goed elke paar maanden van merk te wisselen. Daarnaast zijn er bepaalde medicijnen en/of kwetsbare patiëntengroepen waarvoor uitzonderingen gemaakt zouden moeten worden. Financiële overwegingen zouden nooit een behandeling of de gezondheid in de weg mogen staan.
Behalve dat er het een en ander aan te merken is op de gehanteerde bio-equivalentiestudies(( Bio-equivalentiestudies zijn opgezet met het doel aan te tonen of een generiek middel gelijk is aan het spécialité, waarbij binnen acceptabele grenzen afwijkingen mogen bestaan. )) tussen spécialités en generieke geneesmiddelen is vooral een smalle therapeutische breedte van medicatie een belangrijk aandachtspunt. Dit betekent dat de therapeutische en toxische grenzen van doseren dicht bij elkaar liggen en een kleine afwijking al grote gevolgen kan hebben. “Van deze middelen is bekend dat effecten van verschillende geneesmiddelen met dezelfde werkzame stof nogal kunnen verschillen”. (Prof. D. Touw, p. 98). Levothyroxine heeft een smalle therapeutische breedte.
Aanbevelingen
De inzet van het gezamenlijke onderzoek van de PGO’s is het aanpakken van het wisselen van medicijnen. Het is geen aanklacht tegen het gebruik van generieke geneesmiddelen, maar wel het te vaak moeten wisselen van merk. Dit hindert niet alleen de therapietrouw, maar voor verschillende aandoeningen en medicijnen levert het ook soms ernstige gezondheidsklachten op. Dit geldt met name voor medicijnen met een smalle therapeutische breedte, zoals levothyroxine.
Op basis van de resultaten van dit onderzoek vond er onlangs een overleg plaats met de minister Bruins van VWS, medische zorg. Hierin is afgesproken dat de drie belangrijkste aanbevelingen zullen worden uitgewerkt. Daarnaast zal er nader onderzoek worden gedaan naar oorzaken en gevolgen van het wisselen.
Belangrijkste aanbevelingen
- Opstellen van een no-switch lijst van medicijnen;
- Voorwaarden van wisselen en beperking van de frequentie;
- Bindende afspraken over ‘medische noodzaak’.
[widget id=”footnotes_widget-3″]